Na ruim een maand in Hofstade, begin ik hier al behoorlijk te wennen. Ik was blij toen de school eindelijk begon: nieuwe vrienden maken en het echte leven van de vlaamse tiener meemaken, waren immers de redenen voor mijn komst naar hier.
Het beginuur was al een meevaller: in Estland begonnen de lessen om acht uur, hier om half negen. Natuurlijk moest ik hier nog vijf kilometer fietsen en in Estland werd je opgehaald en teruggebracht door de gratis schoolbus als je zo ver van de school woonde! Fietsen naar school is er minder in trek dan hier.
In het Scheppersinstituut verzamelen we op de speelplaats als de bel gaat, en dan volgen we onze leerkracht naar de klas. Dat vind ik echt raar! Wij gingen gewoon naar onze klas, en ook tussen de lessen en in de pauzes bleven we in de schoollokalen. Misschien heeft ons koude weer daar wel iets mee te maken. Bovendien lag onze school in Estland in een park, en denk ik dat de leraars vreesden dat we zouden gaan roken als we buitengingen. Verder was er toch niets te doen, want onze school lag echt “putteke nergens”. Daarom hadden we ook maar twintig minuten middagpauze. Dat is net voldoende om de warme maaltijd op te eten, die je tot en met het negende leerjaar gratis krijgt. Geen tijd dus om naar winkels te gaan kijken zoals hier!
Ook de boeken krijgen we gratis, alleen de werkboeken moeten we kopen, en daarvoor heb ik ongeveer 60 euro nodig. Dat is hier allemaal veel duurder.Ik vind het wel gek dat veel scholen hier een uniform hebben voor gymlessen. Ook raar is dat we buiten oefeningen gingen doen en we niet eens warmere kleren moesten aandoen! In Estland is het wel zo handig dat je in de winter een legging in plaats van een short kan dragen, en een warmere trui! De eerste keer was ik natuurlijk mijn gymkleren vergeten, en dan moest ik meedoen IN DEZE KLEREN! En jullie douchen niet eens na de sportlessen! Je kan je zelfs niet eens even opfrissen aan de wastafels voor je naar de volgende les gaat. Dat vind ik echt vies! Gelukkig moet je hier geen strafstudie doen als je eens je sportkleren niet bij hebt: in Estland moest je dan nablijven en met een andere klas meesporten. Woensdagnamiddag vrij hebben is wel fijn, bij ons geven sommige scholen ‘s vrijdags minder lessen, maar alle andere dagen heb je gewoon tot 15 of 16 uur les.
De hoeveelheden huiswerk kan ik nog niet echt vergelijken omdat ik niet alle lessen volg. In mijn school in Püssi had ik in elk geval veel meer taken dan hier. Als ik kijk naar mijn gastzus Leonie, dan denk ik wel dat ze in het Scheppersinstituut minder huiswerk geven dan in het Sint-Romboutscollege.
Ik doe ’s namiddags een intensieve cursus Nederlands voor Anderstaligen, en daarvoor heb ik wel huiswerk. Laatst moesten we de leerkracht een mail sturen. Nu maak ik een boekbespreking van “Allemaal de liefste” van Sam Mc Bratney en Anita Jeram. OK, het is een kleuterboek, maar zo leer ik stap voor stap de eerste woorden van jullie frustrerende, moeilijke taal…
Oja, ik ben hier ook voor het eerst in mijn leven naar de kerk geweest! Het was eigenlijk redelijk saai… Ik was al ooit naar een bruiloft en een begrafenis geweest, maar ik geloof niet echt in een God. Mijn pa is gedoopt, ik dacht in de Russisch-orthodoxe kerk, maar ik denk niet dat hij gelooft. Mijn oma wel want zij heeft ikonen aan de muur hangen. Het idee dat er iets meer is, is blijkbaar een geruststelling voor sommige mensen. Wie weet? Ik heb al genoeg aan het hier en nu: zoveel te beleven en maar tien maanden meer over!